Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·kan·ti·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportkantine sportkantines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

sportkantine#v

    • eet- en drinkgelegenheid bij een sportclub 
  1. Een groot deel van de begroting van de sportclub werd gedekt door de inkomsten van de sportkantine.

Gangbaarheid