kantine
- kan·ti·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schaftlokaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1676 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantine | kantines |
verkleinwoord |
de kantine v
- eetgelegenheid in bedrijven, scholen, verenigingen
- Je kon je inschrijven in de kantine van de atletiekvereniging.
1. eetgelegenheid in bedrijven, scholen, verenigingen
- Het woord kantine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kantine" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kantine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be