Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoort aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aansporen

spoort (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansporen
    • Jij spoort aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansporen
    • Hij spoort aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aansporen
    • Spoort aan! 

Gangbaarheid