spookrijder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spookrijder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spook·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spook en rijder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spookrijder | spookrijders |
verkleinwoord | spookrijdertje | spookrijdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de spookrijder m
- (verkeer) bestuurder die op een snelweg op de verkeerde weghelft rijdt
- Er werd gewaarschuwd voor een spookrijder.
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- "Ik zie wel honderd spookrijders!"
Woorden die men iemand in de mond legt wanneer diegene denkt dat alles wat er misgaat aan zijn omgeving ligt, terwijl in werkelijkheid die persoon zelf de oorzaak is
Gangbaarheid
- Het woord spookrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spookrijder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be