Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spook·fo·rens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spookforens spookforensen
spookforenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spookforensm

  1. persoon die thuiswerkt maar aan het begin en einde van de werkdag een stukje wandelt of fietst om te doen alsof men naar zijn werk gaat of weer van zijn werk terugkomt

Gangbaarheid

Meer informatie