Spitstrook op de A2

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spits·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spitsstrook spitsstroken
verkleinwoord spitsstrookje spitsstrookjes

Zelfstandig naamwoord

de spitsstrookv / m

  1. (verkeer) een rijstrook op een autosnelweg die alleen geopend is bij druk verkeer in de spits
    • De spitsstrook wordt met camera's bewaakt. 
Hyperoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid