Nederlands

 
[2] spiegelwand
Uitspraak
Woordafbreking
  • spie·gel·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spiegelwand spiegelwanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spiegelwandm

  1. een muur die licht weerkaatst
     In de omgeving van de Noorse industriestad Rjukan wordt met helikopters een gigantische spiegelwand geplaatst om ook ’s winters zonlicht in de stad te krijgen.[1]
  2. een muur met spiegels
     De koning stak de handen uit de mouwen in de Sprookjestuin van de kinderboerderij, die op initiatief van buurtbewoners wordt uitgebreid en vernieuwd. Zo komen er een waterput, zintuigenhoek, spiegelwand en heksenketel.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Spiegel gaat Noorse stad Rjukan van zonlicht voorzien” (19-07-2013), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Koningin Máxima mist NL Doet na ingreep” (15-03-2019), Reformatorisch Dagblad