spicht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spicht    (hulp, bestand)
• IPA: / spɪxt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• spicht

Woordherkomst en -opbouw

• van Fries spjocht / spjucht

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spicht	spichten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de spicht v / m

1. lang tenger kind

Afgeleide begrippen

• spichtig

Gangbaarheid

• Het woord spicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spicht" herkend door:

73 %	van de Nederlanders;
54 %	van de Vlamingen.