speelgoedafdeling

Nederlands

 
[3] speelgoedafdeling
Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·goed·af·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelgoedafdeling speelgoedafdelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de speelgoedafdelingv

  1. afdeling in een winkel waar men speelgoed verkoopt
     Enkele moeders gaven blijk van lichte irritatie tegenover deze vader die niet het gezonde verstand had om zijn zoon naar de speelgoedafdeling te sturen en op hetzelfde moment begon Erich Maria ook de aantrekkingskracht ervan te voelen.[1]
  2. afdeling van een bedrijf waar speelgoed wordt gemaakt
     Intel staat bekend om zijn microchips, maar schroomde er in het verleden ook niet voor om projecten naast de kernactiviteiten te ontwikkelen. Zo had het ooit een speelgoedafdeling die microscopen maakte.[2]
  3. afdeling in een museum waar men speelgoed tentoonstelt

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044640496
  2.   Weblink bron “Chipgigant Intel neemt McAfee over” (Donderdag 19 augustus 2010), NOS