speelden piano
- Geluid: speelden piano (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspeldə(n) piˈjano / (5 lettergrepen)
- speel·den pi·a·no
- uit speelden (werkwoord) en piano (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
pianospelen |
speelden (…) piano
- meervoud verleden tijd van pianospelen
- Wij speelden piano.
- Jullie speelden piano.
- Zij speelden piano.
- Wij speelden piano.
- Het woord speelden piano staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.