Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·de na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
naspelen

speelde (…) na

  1. enkelvoud verleden tijd van naspelen
    • Ik speelde na. 
    • Jij speelde na. 
    • Hij, zij, het speelde na. 

Gangbaarheid