• spe·ci·al
enkelvoud meervoud
naamwoord special specials
verkleinwoord - -

de specialm

  1. publicatie of tv-programma dat aan één onderwerp is gewijd en daardoor een aparte plaats binnen een reeks of gebruikelijke programmering inneemt
    • Midden augustus begon ik aan een korte bijdrage voor een special van "Literatuur zonder leeftijd" over Bart Moeyaert. Het mocht persoonlijk zijn, doorspekt met anekdotes. [2]
    • Soundos El Ahmadi zit in de special over komieken over de hele wereld [3]
82 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]


special

  1. bijzonder, speciaal