een laken waarmee men een onrustige psychiatrische patiënt fixeert aan bed
In de jaren tachtig begon ook in Nederland de belangstelling door te zetten voor de geschiedenis van de psychiatrische zorg. In 1981 verscheen Verloren gewaand, een onderzoek naar het historisch bezit van de psychiatrische ziekenhuizen in Nederland door Joost Vijselaar, die prachtig materiaal opdiepte. Foto’s van opslagruimtes van inrichtingen en gestichten, handgereedschap als de ‘koppensnepper’ (waarmee men patiënten deed bloeden), geestelijk verwarden in dwangbuis, onder spanlakens te bed of tijdens een permanente badbehandeling. Hier werd een wereld ontsloten waar je meer van weten wilde. [2]
Dat de democratie 'een beetje ziekjes' is, zoals mijn moeder al onze kwalen beschreef, is al jaren bekend. Politieke partijen lijken steeds meer op vergeelde foto's: iedereen ziet er lijkbleek op uit. De controle van het parlement wordt meer en meer een enge vorm van absurdistisch theater met slechte acteurs. En dat ze slecht zijn, maakt het eng, want alles wordt er ongeloofwaardig door. Als 'to be or not to be' door Bassie en Adriaan wordt vertolkt, bevind je je onder een spanlaken in een kliniek. [3]
Helaas hield de door Conolly gepropageerde non-restraint-benadering slechts enkele decennia lang stand waarna dwangbuis, opsluiting, spanlaken en koude douches weer ruim baan kregen. Pas met de introductie van de neuroleptica in het begin van de jaren vijftig van deze eeuw, zijn deze dwangmiddelen op de achtergrond geraakt. [4]