Iemand in een dwangbuis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwang·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwangbuis dwangbuizen
verkleinwoord dwangbuisje dwangbuisjes

Zelfstandig naamwoord

dwangbuis v/m of o

  1. (kleding) een kledingstuk dat de drager bewegingsvrijheid van de armen en handen ontneemt
    • Om te voorkomen dat de psychiatrische patiënt zichzelf letsel toe zou brengen werd hem een dwangbuis aangedaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be