spande uit
- Geluid: spande uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɑndə ˈœyt / (3 lettergrepen)
- span·de uit
vervoeging van |
---|
uitspannen |
spande (…) uit
- enkelvoud verleden tijd van uitspannen
- Ik spande uit.
- Jij spande uit.
- Hij, zij, het spande uit.
- Ik spande uit.
- Het woord spande uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.