sovjet
- sov·jet
- Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘raad’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sovjet | sovjets |
verkleinwoord | - | - |
de sovjet m
- oorspronkelijk: benaming voor een door het revolutionaire volk (arbeiders en soldaten) op fabrieken en werkplaatsen gekozen vertegenwoordigend lichaam, een raad
- algemene bestuursraad in de communistische staten
- Het woord sovjet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sovjet" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sovjet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sovjet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be