sonnet
- son·net
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sonnet | sonnetten |
verkleinwoord | sonnetje | sonnetjes |
het sonnet o
- (dichtkunst) metrisch gedicht bestaande uit ofwel twee vierregelige en twee drieregelige strofen (Italiaans sonnet), of uit drie vierregelige strofen en één tweeregelige strofe (Engels sonnet)
- ▸ Op de muur staat ook een sonnet, een gedicht van 14 regels, over de geschiedenis van het dorpje.[3]
- Het woord sonnet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sonnet" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sonnet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sonnet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Noa Sneyers“Buurtbewoners Sint-Joris knappen tunnel op met muurschildering van dorpsgeschiedenis” (26 september 2022) op vrt.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be