Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • som·ber·te
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van somber met het achtervoegsel -te
enkelvoud meervoud
naamwoord somberte somberten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

somberte v

  1. het somber zijn
    • De geschiedenis start en eindigt in de duisternis, vol pessismisme en somberte. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen