solotocht
- so·lo·tocht
- samenstelling van solo zn en tocht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | solotocht | solotochten |
verkleinwoord | solotochtje | solotochtjes |
de solotocht m
- een reis die men alleen maakt
- ▸ Tijdens de eerste paar weken van mijn tocht bleef de vraag mij bezighouden of alleen op pad gaan egoïstisch was? Ja, mijn solotocht was in sommige opzichten zeker egoïstisch. Mijn vrouw moest tenslotte het gezin en onze B&B draaiende houden en alle onvoorziene problemen alleen oplossen.[1]
- ▸ Het zeilmeisje maakte van augustus 2010 tot januari 2012 een reis van 27.000 zeemijlen (50.000 kilometer) met haar 11,5 meter lange tweemaster Guppy. De tocht begon in Gibraltar en de aankomst was op het eiland Sint Maarten. Ze was daarmee de jongste mens ooit die de solotocht rond de wereld voltooide.[2]
- Het woord solotocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Zeilmeisje Laura Dekker krijgt eigen film” (23-02-2018), Tubantia