soera
- soe·ra
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘hoofdstuk van de koran’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
- van het Arabisch 'sūra' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soera | soera's |
verkleinwoord | soeraatje | soeraatjes |
- (religie) elk van de 114 hoofdstukken van de Koran bestaande uit meerdere verzen (aya, ayat of ayah)
- Het woord soera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soera" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "soera" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ soera op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be