snogeiro

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snogeiro    (hulp, bestand)
• IPA: /sno'ɡero/
• Sofeer: snoğeero

Woordafbreking

• sno·gei·ro

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Portugees (vernederlandste vorm)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	snogeiro	snogeiro's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de snogeiro v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) bezoeker van snoge

Gangbaarheid

• Het woord 'snogeiro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.