een kind schudt een sneeuwbol
  • sneeuw·bol
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwbol sneeuwbollen
verkleinwoord

de sneeuwbolm

  1. (kerst) een transparante bol waarin een miniatuurscène te zien is in de vorm van een (sneeuw)landschap, met in de bol vlokken die als sneeuw kunnen vallen
    • het kind schudde de sneeuwbol en deed haar kerstwens.