snauwden af
- Geluid: snauwden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɑudə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- snauw·den af
vervoeging van |
---|
afsnauwen |
snauwden (…) af
- meervoud verleden tijd van afsnauwen
- Wij snauwden af.
- Jullie snauwden af.
- Zij snauwden af.
- Wij snauwden af.
- Het woord snauwden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.