smoken
- smo·ken
smoken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smoken |
smookte |
gesmookt |
zwak -t | volledig |
- tabak roken
- Het woord smoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smoken" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ smoken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be