In de betekenis van ‘zwoegende huisvrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1634 [ 1]
In de betekenis van ‘voorschoot met korte mouwen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1481 [ 1]
de sloof v
vrouw die hard werkt, zwoegster , ploeteraarster
Assepoester was de sloof van al haar pleegzusjes.
o voorschot
Horizontale funderingsplaat van gewapend beton aangebracht op de koppen van de ingeheide palen Op deze plaat wordt de dragende zuil(steunpunt)voor de fly-overs gebouwd
sloof
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven
gebiedende wijs van sloven
(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sloven
96 %
van de Nederlanders;
82 %
van de Vlamingen.[ 2]