Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slijm·zwam·men
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de slijmzwammenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slijmzwam
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (protisten) groep eencellige eukaryoten die zich voortplanten met sporen, maar zachte celwanden zonder chitine hebben, infrastam Mycetozoa  
    • Van slijmzwammen is lang gedacht dat het schimmels zijn. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie