sleutelbegrip

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sleutelbegrip    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sleu·tel·be·grip

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sleutel zn  en  begrip zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sleutelbegrip	sleutelbegrippen
verkleinwoord	sleutelbegripje	sleutelbegripjes

Zelfstandig naamwoord

het sleutelbegrip o

1. kennis die noodzakelijk is om een heleboel andere zaken te kunnen begrijpen

   ▸ In dit hoofdstuk zal eerst een aantal sleutelbegrippen worden toegelicht van wat tegenwoordig de klassieke psychoanalyse heet, die van Sigmund Freud.

   ▸ Duurzaam ondernemen als sleutelbegrip vanaf 2000 De hierboven geschetste ontwikkelingen hebben geleid tot een veranderende positie van het bedrijfsleven ten opzichte van overheid en burgers.

   ▸ Halpin maakte voorafgaand aan zijn experiment deze video, waarin hij vertelt wat hij precies wil gaan doen. Hij zegt ook dat hij Channel 4 wil laten zien dat hij 'fearless' is, een sleutelbegrip van de Britse zender.

Synoniemen

• kernbegrip

Gangbaarheid

• Het woord sleutelbegrip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.