slangenhals
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slangenhals (hulp, bestand)
Woordafbreking
- slan·gen·hals
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slang zn en hals met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangenhals | slangenhalzen |
verkleinwoord | slangenhalsje | slangenhalsjes |
Zelfstandig naamwoord
de slangenhals m
- (zoötomie) hals met een kronkel erin
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'slangenhals' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.