slangenhalsvogel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slangenhalsvogel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslɑŋə(n)hɑlsˌfoɣəl / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈslɑ.ŋə.ɦɑɫs.ˌvoχɔɫ/, /ˈslɑ.ŋə.ɦɑɫs.ˌvoχəɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈslɑ.ŋə.ɦɑɫs.ˌvoɣəɫ/
- (Limburg): /ˈslɑ.ŋə.hɑls.ˌvoɣəl/
Woordafbreking
- slan·gen·hals·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slangenhals zn en vogel zn in de betekenis: een vogel met een hals lijkend op een slang [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangenhalsvogel | slangenhalsvogels |
verkleinwoord | slangenhalsvogeltje | slangenhalsvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de slangenhalsvogel m
- (gentachtigen) benaming voor vogels uit de familie Anhingidae , die lijken op een aalscholver, maar vaak met alleen zijn kop boven water zwemmen
- Ik zag vandaag een slangenhalsvogel op een meerpaal zitten.
Gangbaarheid
- Het woord 'slangenhalsvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.