skûtsjesilen
- skût·sje·si·len
- Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘wedstrijdzeilen met vrachtscheepjes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1947 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skûtsjesilen | - |
verkleinwoord | - | - |
het skûtsjesilen o
- (scheepvaart) een zeilwedstrijd houden met skûtsjes
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord skûtsjesilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "skûtsjesilen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ skûtsjesilen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).