sint-janslot
- sint-jans·lot
- samenstelling van Sint-Jan en lot met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sint-janslot | sint-jansloten |
verkleinwoord | sint-janslootje | sint-janslootjes |
het sint-janslot o
- een late uitloper aan een boom (van na 24 juni)
- Er zit een sint-janslot aan onze appelboom.
- Het woord 'sint-janslot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sint-janslot" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be