• sik·si·yu·ru
enkelvoud meervoud
naamwoord siksiyuru siksiyuru's
verkleinwoord

de siksiyurum

  1. (halfvleugeligen) benaming voor zangcicaden, Cicadidae  
     Toch mist er iets. Ik wacht vergeefs. Het is niet de schemering die ik ken en waarvan ik zo houd. Ik mis het aanzwellende gezang van de siksiyuru, die doordringende snerpende trommelvliesdoorborende haast irritante trillers, die om zes uur beginnen en na een tijdje vanzelf weer ophouden.[1]
  1.   Weblink bron
    Carry-Ann Tjong-Ayong
    “Zonder siksiyuru” (12/10 2010), werkgroepcaraibischeletteren