• set·ting
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘achtergrond’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord setting settings
verkleinwoord settinkje settinkjes

de settingv / m

  1. omstandigheden
    • Een van de meest belangrijkste voorwaarden voor een geslaagde lsd-trip is de setting waarin die plaatsvindt 
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]


setting

  1. onvoltooid deelwoord van set

setting

  1. gerundium van set
  2. setting