Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ser·vice·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord servicekosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de servicekostenmv

  1. geld dat nodig is voor bepaalde dienstverlening en onderhoud
     De Spaanse garages waren nog rigoureuzer en verwijderden ook roetfilters bij auto's. Zonder die filters dalen de servicekosten. Zo'n ingreep kostte ruim honderd euro, en zou leiden tot een besparing van zo'n 1200 euro op onderhoud.[2]
     Het is best mogelijk dat ze dat halen, want een deel van de erfgenamen heeft wel degelijk vertrouwen in hen en wil koste wat kost van zijn bezit af. Zij worden namelijk geconfronteerd met enorme vaste lasten door de hoge servicekosten, de pacht van de grond en de bijdrage aan de VVE.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Spaans onderzoek naar slopen van roetfilters uit diesels” (Zaterdag 3 oktober 2015, 18:44), NOS
  3.   Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Luxe-appartementen in bosrijke omgeving: nul euro” (Donderdag 9 april 2015, 07:00), NOS