semiotiek
- se·mi·o·tiek
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tekenleer in de filologie en logica’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
- afgeleid van het Griekse sèmeion (teken) met het achtervoegsel -iek [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | semiotiek | - |
verkleinwoord | - | - |
de semiotiek v
- (taalkunde) leer van de tekens
- Het woord semiotiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "semiotiek" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "semiotiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ semiotiek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be