Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • seks·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van seks met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen seksloos sekslozer seksloost
verbogen seksloze sekslozere sekslooste
partitief seksloos sekslozers -

Bijvoeglijk naamwoord

seksloos

  1. zonder seks te bedrijven
    • Veel Nederlanders hebben een seksloos huwelijk. 
  2. zonder seksuele aantrekkingskracht
    • Een tuinbroek is een van de meest seksloze kledingstukken voor een vrouw. 

Gangbaarheid