Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • seks·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seksfeest seksfeesten
verkleinwoord seksfeestje seksfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het seksfeesto

  1. vermakelijke bijeenkomst waarbij de gasten seksuele handelingen verrichten met elkaar
    • Eind deze week staat daar een seksfeest gepland voor homo’s uit het hele land. [1] 
    • Hoewel omwonenden en badgasten al een jaar lang klaagden over misdragingen in het bad en de bezoekjes van voyeurs met camera's, was een reeks van massale orgies de werkelijke reden om de deuren dicht te doen. Regelmatig belandden beelden van de seksuele uitspattingen online. Bij een laatste seksfeest waren volgens Tokyo Reporter zeker vijftien mannen en enkele jonge vrouwen aanwezig. [2] 
    • Op een vaste relatie zit hij niet te wachten, maar een vluggertje met George, een mini-Brigitte Bardot op een skateboard, schept bij haar wél verwachtingen. In een poging hem jaloers te maken, bedenkt ze een seksfeest waar alles mag en kan. [3] 

Gangbaarheid


Verwijzingen