• sejl·skibs·tid
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden sejlskib en tid met het invoegsel -s-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sejlskibstid     sejlskibstiden     sejlskibstider     sejlskibstiderne  
genitief   sejlskibstids     sejlskibstidens     sejlskibstiders     sejlskibstidernes  

sejlskibstid, g

  1. (scheepvaart) de historische periode waarin het vervoer speelde zich voornamelijk af op zee met zeilschepen
  2. (scheepvaart) de tijd die iemand doorbrengt te varen op een zeilboot