sculler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scul·ler
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sculler | scullers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sculler m
- (scheepvaart) roeiboot waarmee men de Theems overgezet kan worden
- (sport) eenpersoons sportroeiboot
- roeier
Gangbaarheid
- Het woord sculler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sculler" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ sculler op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be