scour
- Geluid: scour (VS) (hulp, bestand)
- [A] Mogelijk van Middelnederlands scuren (Nederlands schuren) of van Oudfrans escurer.[1]
- [B] Mogelijk van Oudnoords skyra [2]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to scour |
he/she/it | scours |
verleden tijd | scoured |
voltooid deelwoord |
scoured |
onvoltooid deelwoord |
scouring |
gebiedende wijs | scour |
[A] scour
- onovergankelijk schuren
- overgankelijk (al schurend) reinigen
- overgankelijk uitschuren
- overgankelijk doorkruisen
- overgankelijk (grondig) doorzoeken
[B] scour
- ↑ scour (v.1), Online Etymology Dictionary
- ↑ scour (v.2), Online Etymology Dictionary