science
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sci·ence
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘natuurwetenschap’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | science | sciences |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'science' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: science (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsaɪəns/, /ˈsaɪɛns/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
science | sciences |
Zelfstandig naamwoord
science