schuldhulpverlening

  • schuld·hulp·ver·le·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord schuldhulpverlening schuldhulpverleningen
verkleinwoord - -

de schuldhulpverleningv

  1. (financieel) hulpverlening aan personen die schulden hebben
    • Vooral jongeren kunnen de rekening niet meer betalen: meer dan de helft heeft een schuld van gemiddeld 5890 euro, blijkt uit het jaarrapport Schuldhulpverlening van de gemeente, waarover de raad zich dinsdag buigt.[1]