schuddebol
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuddebol (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schud·de·bol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuddebol | schuddebollen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de schuddebol m
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuddebollen |
schuddebol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebollen
- Ik schuddebol.
- gebiedende wijs van schuddebollen
- Schuddebol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebollen
- Schuddebol je?
Gangbaarheid
- Het woord schuddebol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.