schuddebollen
- schud·de·bol·len
- In de betekenis van ‘knikkebollen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1]
de schuddebollen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schuddebol
- Het woord schuddebollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuddebollen" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "schuddebollen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be