Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrob·put
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schrobput schrobputten
verkleinwoord schrobputje schrobputjes

Zelfstandig naamwoord

de schrobputm

  1. put met emmer in een vloer die voorkomt dat teveel vuil direct het riool instroomt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be