• schrij·ve·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord schrijverij schrijverijen
verkleinwoord

de schrijverijv

  1. een wat ironische, badinerende benaming voor het maken geschreven teksten
    • De Kunstenaarsroute in Wetteren viert dit jaar de tiende verjaardag, maar het is pas voor het eerst dat ook Chris De Baene de deuren van zijn fermetje openstelt. 'Ik leef mijn creativiteit uit in muziek, schilderingen , schrijverijen en compositieven ', zegt Chris De Baene of Meester Meeuw. [1] 
    • Opvallende veroordeelde is ook Ergün Poyraz, die faam verwierf met boeken waarin hij het concept 'samenzweringstheorie' tot nieuwe hoogten opstuwde: hij beweerde onder meer dat premier Erdogan en zijn vrouw eigenlijk Joden zijn en samenwerken met de Israëlische geheime dienst om Turkije te verzwakken. Ook hij zou met zijn schrijverij de 'terroristische organisatie', zoals Ergenekon nu door de rechters is beoordeeld, hebben gesteund. Poyraz moet bijna 30 jaar zitten. [2] 
    • Wacht eens even, u klaagt dat u nauwelijks kunt rondkomen van uw schrijverij, maar u heeft een tweede huis in Frankrijk? [3] 
89 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]