Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • schrijf·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schrijfbureau schrijfbureaus
verkleinwoord schrijfbureautje schrijfbureautjes

Zelfstandig naamwoord

het schrijfbureauo

  1. tafel met opbergvakken waarop men kan schrijven
     Met tentoonstellingen en lezingen, en het exposeren van zijn schrijfbureau, servies en handschriften, heeft het museum bijna drie decennia veel bezoekers getrokken. Het pand Javastraat 17 heeft overigens geen directe band met Couperus, die wel vlakbij in het ouderlijk huis (Surinamestraat 20) zijn debuutroman Eline Vere (1889) schreef. Op de plek van het museum was de studio van voordrachtskunstenaar Albert Vogel (1924-1982) gevestigd, die een biografie schreef van Couperus, vaak optrad met verhalen en columns van de vermaarde en bereisde auteur, en zijn passie overdroeg op stiefdochter Caroline de Westenholz. Die hoopt nu op een gefortuneerde liefhebber, anders moet zij in 2024 het licht op de parterre uitdoen.[1]
     Mijn schrijfbureau heeft talloze laatjes met onderwerpen voor de vrijdagpreek. Als ik echt geen onderwerp heb, begin ik gewoon over mijn vreselijke jeugd op de Veluwe te ouwehoeren. Ede is een soort droog Urk, met dezelfde genetische uitdagingen. Ik combineer dat dan met mijn diverse al dan niet overwonnen verslavingen en klaar is Klaas.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Louis Couperus Museum luidt noodklok” (13/11/2023), HP de Tijd
  2.   Weblink bron “Don Arturo organiseert Rob Jetten’s grote uitzwaaidag” (15/03/2019), HP de Tijd