schrielpieper
- schriel·pie·per
- samenstelling van schriel en pieper [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrielpieper | schrielpiepers |
verkleinwoord | - | - |
de schrielpieper m
- (spottend) mager en lang persoon
- Het woord 'schrielpieper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.