schrab
- schrab
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrab | schrabben |
verkleinwoord | schrabbetje | schrabjes |
- streepvormige beschadiging gemaakt met een scherp voorwerp
vervoeging van |
---|
schrabben |
schrab
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrabben
- Ik schrab.
- gebiedende wijs van schrabben
- Schrab!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrabben
- Schrab je?
- Het woord schrab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schrab" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ schrab op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be