schorpioenvliegen

Nederlands

 
Twee schorpioenvliegen, Cerapanorpa obtusa   en Panorpa acutipennis  , vergeleken.
Uitspraak
Woordafbreking
  • schor·pi·oen·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de schorpioenvliegenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schorpioenvlieg
     Dit zijn twee schorpioenvliegen op het blad van een weegbree.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Mecoptera  
     In het dagrecreatiegebied de Galbergen bij het Vlaamse Mol is een sneeuwvlo (Boreus hyemalis) ontdekt. Dit zeldzaam insekt behoort tot de kleine groep schorpioenvliegen.[2]
  3. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) familie Panorpidae  . Wereldwijd zijn ongeveer 500 soorten beschreven, verdeeld over een vijftal geslachten. De groep behoort tot de oudste insectenordes die een volledige gedaanteverwisseling bezitten
     Wat geef je een vrouw? (…) Een goed geschenk is bij voorkeur lekker en van hoogwaardige kwaliteit. (…) Sommige insecten weten dat. Schorpioenvliegen (familie Panorpidae) bijvoorbeeld.[3]
Hyponiemen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Axel J.A. Heringa
    “Achtertuin : Schorpioenvliegen” (20 juni 2009) op zeelandnet.nl
  2.   Weblink bron
    Peter de Jaeger
    “Sneeuwvlo herontdekt in Vlaanderen” (24 februari 1994) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Aglaia Bouma
    “De schorpioenvliegvrouw wil altijd meer” (7 mei 2022) op nrc.nl